04 Tijdens Strategiesessie vragen script

Tijdens Strategiesessie vragen script

Houding tijdens gesprek!

  • Begrijpen niet overtuigen
  • Luisteren en aandacht GEVEN
  • Toestemming vragen of je hen een aanbod mag doen
  • Na het noemen van de prijs ben je 100% stil. Wachten tot zij iets zeggen.

1. Situatie-vragen (= vragen naar de feiten van de situatie)  

– Hoe is de situatie met betrekking tot … (vul in)? (vraag naar de feiten van de  situatie)  

– Wat is het beleid met betrekking tot… (vul in)?  

– Hoe zijn de ontwikkelingen met betrekking tot … (vul in)?  

2. Probleem-vragen (= vragen naar onvrede met de situatie)  

– Ben je tevreden over…?  

– Hoe gaat het met…?  

– Hoe ervaar je…?  

– Wat zijn zaken waar je tegenaan loopt met betrekking tot … (vul in)?  

3. Implicatievragen (= vragen naar de implicaties van de  problemen)  

– Wat zijn de gevolgen voor … (energie, geld, tijd)?  

– Wat zijn de consequenties voor…  

– Hoe voelt het om… (vragen naar de emotie)  

– Hoeveel kosten zijn hiermee gemoeid (energie, geld, tijd)? 

– Als deze situatie voortduurt, hoeveel zou dat kosten (energie, geld, tijd)?  

4. Toekomstvragen  

– Wat zou je graag willen? 

– Wat zouden je wensen op dit gebied zijn?  

– Als de situatie ideaal was, hoe zou deze er dan uitzien?  

– Stel je hebt een toverstokje en alles gaat zoals je het wilt, beschrijf  dan eens hoe de situatie dan zou zijn? 

4. Implicatievraag over de gewenste toekomst:  

– Hoeveel zou het opleveren als deze situatie opgelost was?  

– Hoeveel kosten zou je dan besparen?  

– Hoeveel zou het kosten als je deze situatie NIET oplost?

– Wat zou je het waard zijn om deze gewenste situatie te bereiken?  

5. Bruggetjes vragen (om de brug te slaan naar het presenteren van je eigen aanbod)  

– Wat zou je nodig hebben in deze situatie?  

– Wat zou je hierbij kunnen helpen?  

– Denk je dat ik hierbij zou kunnen helpen?  

– Ik heb het idee dat ik hierbij goed zou kunnen helpen. Zal ik iets vertellen over hoe ik werk?  

VERTEL JE AANBOD

6. Vragen om de koop (na je presentatie)  

– denk je dat dit iets voor je is?  

– Wat vind je van dit aanbod?  

– Zou het iets voor je zijn?

Na het noemen van het bedrag ben je STIL.