Hey daar, enthousiaste toekomstige e-learning maker! 🚀 Laat me je meenemen in de wondere wereld van e-learning – je weet wel, die coole manier van leren via internet. Het is als een enorme snoepwinkel vol met leeropties: dia’s, PDF’s, video’s, en nog veel meer. En het mooiste? Je kunt je klanten laten leren wanneer het jou uitkomt, waar je ook bent, waar zij ook zijn!

De magie van E-learning

Zijn je klanten nachtbrakers of vroege vogel, e-learning past zich aan aan hun schema. Geen stress over het tegelijkertijd online moeten zijn met je instructeur. Lekker flexibel! Altijd en overal. Hou je van het maken van video’s, ben je gek op audio, of zweer je bij tekst? Goed nieuws: bij e-learning kan het allemaal. En het wordt nog beter – je kunt je klant ook nog zelf laten kiezen, hoe ze willen leren. Verander je online cursus in een interactief avontuur! Laat je klanten dingen verslepen, klikken en echt interactief zijn. Quizjes, spellen, scenario’s – het kan allemaal.

De voordelen van e-learning

• Bespaar die Centen: E-learning is vaak goedkoper dan traditionele trainingen. Je maakt de content één keer en gebruikt het keer op keer.
• Snel en Wendbaar: Moet je snel iets nieuws leren voor je werk? Met e-learning kun je supersnel inspringen op nieuwe ontwikkelingen.
• Groen en Duurzaam: Geen reizen naar een cursuslocatie betekent minder uitstoot. Goed voor jou en voor onze planeet!
• Voor Iedereen Toegankelijk: E-learning maakt leren mogelijk voor iedereen, overal. Of je nu een tablet, smartphone of computer hebt, je kunt aan de slag.

Er zijn grofweg 2 soorten e-learning

Aan de ene kant heb je informatie e-learning vol met feitjes en weetjes, super voor als je gewoon iets nieuws wilt leren. Aan de andere kant zijn er cursussen die je echt iets nieuws leren doen, zoals een skill voor je job. Deze zijn geweldig voor meetbare veranderingen en prestaties in real life. Transformatie e-learning! I love it!

Wat heb je nodig bij e-learning?

Je hebt drie essentiële dingen nodig, mensen, een proces en het gereedschap. Stel dat je soep gaat maken. Je hebt mensen nodig om je te helpen de soep te maken. Je hebt een recept nodig met instructies en je hebt gereedschappen nodig in de vorm van een pan, gas en spatel om de soep te maken. 

1. Mensen 

Mensen zijn het belangrijkste bij e-learning. Je hebt ze nodig om je e-learning te maken en te volgen. Om e-learning te maken heb je mensen met verschillende rollen nodig: management, projectmanagers, experts, e-learning ontwikkelaars, e-learning ontwerpers, grafisch ontwerpers, IT-ers en deelnemers. Soms voert een persoon meerdere rollen uit. 

• Het management heeft een zakelijk doel om e-learning in te zetten. Dit kan ook een zelfstandig ondernemer of MKB-bedrijf zijn. 
• Projectmanagers begeleiden het totale e-learning proces.
• Experts op het gebied van onderwerpen hebben de inhoud of kennis die deelnemers nodig hebben om hun doel te bereiken. 
• E-learning ontwerpers (e-learning ontwikkelaars, educatieve ontwerpers en vormingsontwerpers) zijn verantwoordelijk voor het maken van de training. 
• IT-ers zorgen voor de technische kant van e-learning zoals de online omgeving en koppelingen tussen digitale tools
• Deelnemers ook wel klanten, studenten, leerlingen, cliënten genoemd. 

2. Het proces

Het proces van het maken van e-learning bestaat grofweg uit drie fasen: plannen, produceren en evalueren. Dit is met name waar bij bedrijven die hun medewerkers willen trainingen met behulp van e-learning. Bij bedrijven die hun training verkopen aan klanten bestaat het proces uit vijf fasen: plannen, produceren, publiceren, promoten en evalueren. Dit is de markt waar Adviespraktijk OCW zich over het algemeen op richt.   

De planfase en produceer fase zijn twee aparte fasen die vaak in elkaar overlopen. 

Bij het plannen worden er afspraken en taken verdeeld tussen de expert en de ontwikkelaars/ontwerpers. Deze afspraken en taken gaan over: het organiseren van het e-learning project; het vinden van de juiste informatie en educatie; en een strategie om de gevonden kennis- en vaardigheidskloof op te vullen. 

Planfase: De kick-of-bijeenkomst

De planningsfase begint met een kick-of-bijeenkomst om het e-learning project te organiseren. De doelen van deze bijeenkomst is antwoorden vinden door:

• De projectdoelen beter te begrijpen en neer te zetten;
  • De streefdatum voor het uitrollen van de training;
  • Het beschikbare budget;
  • Welke mensen zijn er nodig voor dit project.

De antwoorden gebruik je om het plan en de tijdlijn vast te stellen en erachter te komen welke vragen je gaat stellen aan je deelnemers om een ​​duidelijk beeld van hun behoeften te krijgen.

• Verwachtingen af te stemmen over de verschillende rollen;
  • Wie doet wat
• De organisatie van het hele e-learningproject te bespreken.
  • De lancering
  • Het verzamelen van feedback
  • Plannen maken om de training na de lancering te onderhouden

De kick-of-bijeenkomst eindigt met twee actiepunten.

• Wie gaat voor dit project de beschikbare mensen contacten, uitleggen wat van hen verwacht wordt en vragen of ze bereid zijn om deel te nemen. 
• Maak het projectplan en plan wanneer en hoe lang wat zal plaatsvinden. 

Produceerfase

De produceerfase is de start van het e-learning project waarin je de actiepunten gaat uitvoeren uit de kick-of-bijeenkomst.  Als eerste ga je zoeken naar de informatie en educatie die je nodig hebt. Hiervoor doe je drie analyses.

De behoefteanalyse

Je training moet nut hebben. Anders maak je hem voor niets. Behalve wanneer de training wettelijk verplicht is. Dan moet je zeker een training maken! Bij een behoefteanalyse beoordeel je de daadwerkelijke prestaties van de deelnemer (hoe ze nu presteren) en vergelijkt deze met de verwachte prestaties (hoe ze zouden moeten presteren). Als er een verschil is tussen beide, is dat een kennis of vaardigheden leergat (zoals we dat noemen) die door jouw training kan worden opgevuld.

De doelgroepanalyse

De doelgroepanalyse is heel belangrijk en zal veel beïnvloeden tijdens het hele e-learning ontwikkelingsproces. Deze analyse moet worden uitgevoerd na de analyse van de behoeften, maar voordat je de inhoud gaat ontwikkelen. De uitkomst van deze analyse is een document dat laat zien wie je deelnemers zijn, hun demografische gegevens, ervaringsniveau en meer. De doelgroep is belangrijk omdat het bepaalt hoe en welke inhoud moet worden gepresenteerd. 20-tot-30-jarige software-analisten hebben iets anders nodig dan 45-tot-65-jarige oude fabrieksarbeiders zonder technische vaardigheden. Hoe meer je weet over de doelgroep, hoe beter je ze kunt helpen.  

Je begint met het vinden van de juiste informatie en educatie bij de juiste mensen. Iedereen met wie je praat, benadert het doel vanuit een ander perspectief. Een medewerker heeft vaak een tactisch perspectief om zijn werk beter te kunnen uitvoeren. Een klant heeft vaak een strategisch beeld van het doel dat hij wil bereiken. Je gaat heel veel verschillende vragen stellen aan je potentiële deelnemers. Jij wilt grip krijgen op de kloof van kennis en vaardigheden. De kloof start op het punt waar je deelnemers nu zijn en eindigt op het punt waar ze willen zijn. Als  je dit leergat begrijpt, kun je de juiste training gaan ontwikkelen. 

Veel verschillende vragen stellen heeft een aantal doelen:

• Leergaten opsporen – Komen de leergaten door  het gebrek aan vaardigheden of kennis van de deelnemer? (*Experts uitgezonderd )
• Doelen bepalen – Per les bepaal je een doel en elke les heeft een vaste structuur. 
• Strategieën kiezen om de leergaten mee op te vullen – Dit is de methode die je wilt gaan gebruiken om je deelnemers te onderwijzen. 

Er zijn situaties waarin het NIET nodig is om het hele proces van het vinden van de juiste informatie en educatie bij de juiste mensen te doorlopen. Ben jij een expert, heb je jaren ervaring met je doelgroep of hanteer je een bewezen methode dan kun je deze fase overslaan. Vertrouw erop dat jouw ervaringen afdoende zijn om een goede inschatting te maken van de leergaten die jouw doelgroep te overwinnen heeft. 

Leergaten vinden doe je door in gesprek te gaan met je deelnemers. Maak je een training voor je medewerkers ga dan in gesprek met verschillende mensen in je organisatie. Het onderwerp van je training en je doelstellingen bepalen wie je moet interviewen. Over het algemeen doorloop je vijf fasen als je de leergaten wilt oplossen:

• Wat moet de deelnemer kennen?
• Wat kan de deelnemer nu al?
• Trek de conclusie of er sprake is van een leergat
• Bepaal de reden van het leergat
• Presenteer de oplossing waarmee je het leergat vult.

Maak je een training voor je medewerkers, ga ze dan observeren in hun werkomgeving. Dat geeft een beter idee  van de manier waarop zij hun werk doen. Ook zie je de emotionele aspecten van hun werk. Je ziet dan wat hun echt motiveert en aanspreekt. Bepaal daarom bij het maken van de training wat je wilt dat je deelnemers voelen tijdens het leren. 

Vragenlijst om de doelgroep te analyseren 

Wie: vertel me meer over de (deelnemers) …

•  Wat is je huidige vaardigheidsniveau (nieuw, ervaren, expert)?
•  Wat zijn je demografische gegevens (leeftijdsgroepen, geslachten, etniciteiten, etc.)?
•  Wat motiveert en stimuleert je om prestaties te behalen? Wat niet?
•  Hoe ziet je werkomgeving eruit (kantoor, detailhandel, fabriek, etc.)?
•  Wat doe je? Kun je een typische dag in het leven beschrijven?
•  Welk proces volg je voor het uitvoeren van je werktaken?
•  Welke systemen gebruik je voor het uitvoeren van je werktaken?
•  Gebruik je andere essentiële hulpmiddelen voor het uitvoeren van je werktaken?
•  Welke middelen heb je voor on-the-job hulp / ondersteuning wanneer je een probleem tegenkomt bij het uitvoeren van een taak?
•  Hoe ben je momenteel getraind in het uitvoeren van je werktaken?
•  Welke training is in het verleden het meest succesvol geweest voor jou en waarom?
•  Welke opleiding is in het verleden het minst succesvol geweest voor jou en waarom?

Wat: vertel me meer over (het bedrijfsdoel) …

•  Kun je het doel in een enkele zin opnieuw aangeven?
•  Waarom (doel)? Waarom nu?
• Welke rol zou een training hebben om je te helpen dit doel te bereiken?
•  Hoe ga je op dit moment om met dit doel?
•  Welk gedrag moeten we veranderen met de training?
•  Welk gedrag moeten we koesteren in deze training?
•  Waarom denk je dat je dit gedrag op dit moment niet uitvoert?

Hoe: vertel me meer over hoe je het doel zal bereiken …

•  Welk bronmateriaal of trainingsinhoud heb je al, indien van toepassing?
•  Wie is de eigenaar van dit materiaal?
•  In welk formaat is het? (video, audio, tekst, pdf, afbeeldingen)
•  Welke inhoud moet worden verzameld?
•  Welke inhoud moet worden gemaakt?
•  Welke meetinstrumenten zijn al  beschikbaar (rapporten, systemen, enz.)?
•  Hoe zien we dat training het gewenste effect / resultaat had?
•  Welke meet-strategieën zijn het beste (prestatierapporten, feedback van klanten, etc.)?
•  Hoe zullen we deze meetstrategie voortzetten en gebruiken in de online cursus?

Je hebt nu heel veel inzicht gekregen in je deelnemers of medewerkers.  Wat doe je met alle informatie? Het is tijd om te beginnen met het trekken van conclusies uit alle informatie die je hebt verzameld. Deze conclusies helpen je je leerstrategie, leerdoelen, informatiestrategie  en creatieve behandeling  vorm te geven. De tijd die je besteedt aan het hebben van goede, zinvolle gesprekken, zal je helpen later betekenisvollere en boeiende e-learning op te bouwen. Alle vragen, gedachten en analyses die je doet, moeten resulteren in een beter begrip van de kloof (het leergat) en wat ervoor nodig is. 

De taakanalyse

Als je een training aan het ontwerpen bent, ben je meestal op zoek naar betere prestaties of je leert iemand iets te doen. Er komen dus taken en stappen bij kijken. Een taakanalyse splitst die taken op en toont deelnemers de stappen die ze moeten volgen om de taak met succes te voltooien. Sommige taken zijn eenvoudig en volgen een reeks stappen in een vaste volgorde. Andere taken zijn complex en hebben verschillende beslissingen die de deelnemer moet nemen. Bepaal in ieder geval de fysieke en mentale stappen die de deelnemers moeten doorlopen om elke taak te voltooien.

Ontwerpen

Als je alle informatie hebt verzameld is het tijd om de training echt te gaan ontwerpen en maken. 

Concept ontwerp (MVP) Dit kan een layout zijn van het basisscherm waarin de deelnemer navigeert. Een outline/opzet van de online cursus. En mogelijk een (uitgeschreven) storyboard van elke les. 

Doelgroep betrekken voor feedback Je gaat je doelgroep betrekken door feedback te vragen op je concepten. Deze feedback verwerk je. Zijn jij en je deelnemers tevreden, dan ga je naar de volgende stap.

Storyboarden Dit onderdeel van het proces is bedoeld om de eerste lessen uit te gaan schrijven. Doe je dit direct volgens een structuur, dan heb je hier profijt van voor het vervolg van de training. Maak je gebruik van video, dan kun je zelfs de opnames uittekenen in een storyboard. 

Digitaal prototype/ pilot De ontwikkelingsfase van de training kan voor elk project verschillend zijn, maar het begint bijna altijd met een digitaal prototype. Soms vinden mensen het moeilijk om ontwerpen op papier te visualiseren, hoe gedetailleerd of goed gedocumenteerd ze ook zijn. Dat is waar digitale prototypes in het spel komen. In plaats van de hele training te ontwikkelen voordat de eerste reactie van uw klant op uw “live” ontwerp wordt gegeven, is een digitaal prototype een geweldige manier om klanten of medewerkers een voorproefje van de training te geven. Dit zou al het eerste betaalde pilot/ prototype kunnen zijn. Een digitaal prototype kan slechts enkele schermen zijn of het eerste deel van de training. 

Sommige mensen slaan storyboarden over en gaan meteen het prototype maken omdat ze tijd willen besparen en ze meer zinvolle feedback krijgen van klanten en medewerkers. Dit wordt met name gedaan door mensen die hun training verkopen aan hun deelnemers. Ze verkopen dan de eerste versie van hun product, die ze samen met hun klant maken in een pilot. 

Eerste officiële versie van de training Heb je genoeg feedback ontvangen, dan ga je de eerste officiële versie van je online cursus bouwen. Hoe deze eerste versie eruitziet verschilt voor iedereen, maar de eisen en wensen die je van je deelnemers hebt gekregen als feedback moeten erin zitten. Ook de werkelijke content moet erin zitten. Dit is je alpha-training. Ook hier ontvang je weer feedback, die je verwerkt.  De laatste versie is de beta versie. Dit is de uiteindelijke versie waar je doelgroep zijn resultaten mee gaat bereiken. 

Bij bedrijven die hun training verkopen aan klanten doorloop je een vijf fasen proces: plannen, produceren, publiceren, promoten en evalueren.  Is dat bij jou het geval dan ga je nu je training in je LMS (learning management systeem) publiceren. Daarna promoot je jouw training om in beeld te komen bij je deelnemers en de training te verkopen. Wil je altijd grip, overzicht en een voldaan gevoel hebben tijdens elke stap van het online cursus maak proces dan is mijn online cursus afvinklijst een super oplossing. 

Evalueren De laatste fase van het proces. Heb jij de doelen bereikt die je tijdens de kick-of-bijeenkomst had gezet?  Als je training informatie-gebaseerd is, kun je metingen gebruiken zoals wie de training heeft gevolgd of hoe deelnemers scoorden tijdens een quiz om de effectiviteit ervan te beoordelen. Als de behaalde lessen bijvoorbeeld hoog waren maar de quizscores laag waren, moet je je quizvragen mogelijk opnieuw schrijven zodat ze beter overeenkomen met de inhoud. Als alternatief kun je de inhoud herschrijven. 

Als je geen gebruik maakt van een LMS of deze kan de quizscores en voltooiingen niet bijhouden dan is dat ook prima. Soms is alles wat je moet weten of de e-learning die je heeft gemaakt wordt gebruikt. In die gevallen kan het gebruik van een eenvoudige enquête, formulier of ander feedbackmechanisme je helpen te zien wat deelnemers van mening waren dat het meest waardevol was voor de training.
Het gaat erom de meet-strategieën te gebruiken die je hebt bepaald in de plannings- en produceerfase om ervoor te zorgen dat al je harde werk resultaat oplevert.  

3. Gereedschappen 

Het laatste wat je nodig hebt om verder te gaan dan een uitgeschreven plan zijn hulpmiddelen. Hulpmiddelen zijn vergelijkbaar met maatbekers, kommen, pannen, lepels en een fornuis die je nodig hebt om soep te maken. Voor e-learning heb je een authoringtool, een hostingplatform en soms enkele andere gespecialiseerde applicaties nodig om je training te ontwikkelen, te publiceren en te delen. 

Authoringtools

Een auteurstool is precies hoe het klinkt: een tool die je gebruikt om je online cursus te maken. Authoringtools maken het mogelijk om multimedia-interacties te ontwikkelen met tekst, afbeeldingen, animaties, audio en video. Het is een tool die je helpt om interacties en/ of quizvragen aan te bieden. Het enige dat je moet toevoegen, is de tekst, afbeeldingen en andere media. Je kunt ook de kleuren aanpassen aan jouw merkstijl. 

Deze tools zijn ideaal voor mensen die snel content moeten ontwikkelen. Ze werken ook goed voor mensen die minder technisch onderlegd zijn, of die nieuw zijn in e-learning en geen steile leercurve willen. Deze tools bieden eenvoud, maar gaan ten koste van maatwerk. Het is voor mensen die “snel” en “gemakkelijk” hun training online willen hebben. Adviespraktijk OCW werkt niet met auteurstool.

Wil je rechtlijnige, lineaire e-learning trainingen ontwikkelen? Als dat zo is, zal een moderne applicatie, zoals Rise, waarschijnlijk de truc voor je doen. Als je e-learning wilt maken met interactieve scenario’s en verschillende paden die leiden naar verschillende uitkomsten, , overweeg dan Articulate Storyline. Wil je de gemaakte content vervolgens naar een LMS publiceren, dan moet je een authoringsoftware voor e-learning gebruiken waarmee je kunt publiceren naar de API-indeling SCORM, AICC of TinCan zoals Articulate Storyline. 

LMS

De eerste stap voor veel kennisondernemers is het zoeken van een technische oplossing om hun online cursus aan te bieden bij je klanten. De optie die Adviespraktijk OCW aanbiedt is een WordPress site met daarin een LMS plugin. Een LMS is een Leer Management Systeem, een plugin is een extra programma dat je activeert in je WordPress site. Deze LMS is de omgeving die je gebruikt om je online cursus aan te bieden aan je klanten en de omgeving waarin ze hun leerproces doorlopen. 

Kant en klare platformen Wil je geen LMS maar zoek je een oplossing. Maak dan gebruik van een kant en klaar platform. Voorbeelden hiervan zijn Teachable, Kajabi en het Nederlandse AnewSpring. Met elk hun eigen kenmerken en USP (Unique Selling Points). Je hebt dan geen hosting voor je video’s of website nodig bij deze platformen. Betalen met IDeal gaat echter niet rechtstreeks en daarvoor heb je dan weer andere tools voor nodig. 

Net als een kok die soep maakt, heb je klanten groot, klein, hands-on en hands-of. Maar zelfs als een klant vraagt ​​om een ​​bescheiden kopje soep in plaats van een exclusieve soep, wil je de belangrijke stappen van e-learning soep-koken niet overslaan. Neem de tijd om de juiste mensen, processen en tools te installeren, zodat je elke keer boeiende, effectieve online cursussen kunt geven.

Schrijven voor e-learning 

Schrijf je online cursus op een conversatietoon? Dat is boeiend. Wanneer mensen het gevoel hebben dat je hen informatie geeft die interessant, relevant en persoonlijk is, zullen ze veel eerder luisteren en blijven luisteren.

Ten eerste voor effectieve e-learning schrijf je op een emotioneel niveau. Je wilt dat deelnemers je ideeën verbinden met hun acties, of dat ze zichzelf verdiepen in een zoektocht naar nieuwe kennis. Die emotionele connecties zijn moeilijk te creëren wanneer je formeel schrijft. Bijvoorbeeld, in plaats van het geven van quizfeedback zoals ‘Dat klopt niet’, probeer dan iets menselijks en praktischer te gebruiken zoals: “Sorry, dat klopt niet helemaal. Hier is een betere manier om het probleem op te lossen.”

Ten tweede, spreek de leerling aan als individu. In plaats van leerdoelen op een passieve manier te beschrijven, zoals ‘Na deze training zal de deelnemer in staat zijn om….(voeg resultaat in), “probeer het opnieuw te formuleren tot iets persoonlijks, zoals “Het voltooien van deze training zal je helpen ….(voeg resultaat in)” of “Stel je voor als je zou kunnen ….(voeg resultaat in)”.

Ten derde het lezen op het scherm kan vermoeiend zijn voor de ogen, dus als je de tekst kort en krachtig houdt, kunnen je deelnemers hun focus behouden. Als je instructies geeft, in plaats van te zeggen “Plaats de cursor op…om over het aangrenzende tekstinvoerveld te zweven voordat je klikt om tekst in te voeren probeer “Beweeg je muis over het tekstveld”, “Klik om tekst in te voeren”.

Ik hoop dat je nog steeds aan het lezen bent en dat je enthousiast bent geworden. Misschien zie je door de bomen het bos niet meer en heb je wat hulp nodig. Ga met mij ingesprek en we inventariseren waar die hulp zich in zit.

Tot snel!

Creatieve groet,

Onne